dinsdag 30 oktober 2007

Verenigde Naties roepen op einde te maken aan aanvallen op hulpkonvooien

Met de winter in het vooruitzicht hebben de Verenigde Naties maandag opgeroepen een eind te maken aan aanvallen op hulptransporten in Afghanistan. De United Nations Assistance Mission (UNAMA) vroeg de strijdende partijen veilige doorgang voor hulpverleners.

“De komende zes weken zullen cruciaal zijn voor ons harde werk op humanitair gebied,” zei Tom Koenigs, de speciale gezant van VN-Secretaris-Generaal Ban Ki-moon voor Afghanistan.

Hij zei dat VN-agentschappen eraan werken om families te bereiken die de meeste hulp nodig hebben maar deze pogingen worden bemoeilijkt door de slechte veiligheidssituatie in het land.

Opstandelingen en criminele bendes hebben volgens de UNAMA dit jaar al 110 hulpverleners vermoord of ontvoerd, en 55 konvooien met hulpgoederen zijn al geplunderd.

“De verantwoordelijken voor deze aanvallen duwen de meest kwetsbare mensen buiten ons bereik,” zei Tom Koenigs in een verklaring van de Verenigde Naties. “Deze aanvallen zijn een duidelijke aanval op de menselijke rechten en ze moeten stoppen.”

Koenigs zegt dat al de partijen nodig zijn om te erkennen dat de humanitaire behoeften van de Afghaanse mensen op de eerste plaats komen en dat die boven strijd en boven politiek staan.

Het wereldvoedselprogramma (WFP) van de Verenigde Naties heeft vastgesteld dat jaarlijks meer dan 4 miljoen Afghanen voedselhup nodig hebben, terwijl er 400.000 mensen ook nog eens worden getroffen door natuurrampen.

VN-organisaties en de regering van Afghanistan brengen momenteel voedsel en medicijnen rond in het land voordat de winter toegang tot afgelegen regio’s onmogelijk maakt.